2.3.1 Algemene ontwikkelingen
INFLATIE, INFLATIE, daar draaide het om in 2022 vanuit treasury perspectief. De alsmaar stijgende inflatie gedurende 2022 bepaalde het beleid van de centrale banken wereldwijd. De Europese Centrale Bank (ECB) liep wel achter in tempo op de centrale bank van de VS, maar heeft in 2022 de rente 4x verhoogd.
Korte rente
De korte depositorente is in 2022 door de Europese Centrale Bank (ECB) vier maal verhoogd. Het gevolg was dat als partijen geld wilden stallen bij de ECB zij in de loop van 2022 niet langer een half procent moesten betalen, integendeel vanaf half september werd deze rente positief. De korte rente ging daarna verder omhoog richting +2,0% in december. Dit was ook gunstig voor de middelen die wij tijdelijk in Rijks Schatkist stalden. Waar voorheen de ondergrens 0% was, liep deze vanaf half september omhoog. Daartegenover staat dat de 3-maands Euribor fors is gestegen, op 31 december 2022 stond deze op +2,184%. In de begroting hadden wij gerekend met 0% voor leningen met een korte looptijd. De liquiditeitspositie was geheel 2022 dusdanig gunstig dat wij geen leningen met korte looptijd nodig hadden om in de financieringsbehoefte te kunnen voorzien. Voor een verdere toelichting hierover verwijzen wij naar het onderdeel Schatkistbankieren over deze ontwikkelingen.
De huidige marktverwachting is dat de 3-maands Euribor rente verder zal gaan stijgen in 2023. Om toch enig grip op de nog steeds te hoge inflatie te krijgen is de verwachting dat de ECB ook in 2023 de rente zal verhogen. De ECB geeft nu echt prioriteit om de inflatie terug richting 2,0% te brengen, ook als dit met een recessie gepaard dreigt te gaan. In welke mate de ECB de rente zal verhogen blijft zeer onzeker.
Lange rente
De lange rente (basis is 10-jaars swaprente) is net als de korte rente fors opgelopen in 2022. Er was regelmatig even sprake van een enige pas op de plaats, doordat markten dachten dat de ECB minder snel de rente zou verhogen of zelfs al bijna klaar zou zijn met de renteverhogingen, in verband met recessie angst. Bij iedere nieuwe rentestap omhoog benadrukte de ECB dat ze voorlopig nog niet klaar te zijn met de inflatiebestrijding, met als gevolg dat ook de lange rente weer op liep. Begin van het jaar stond de lange rente op +0,30%, eind van het jaar kwam deze uit op +3,16%. Daarmee heeft de lange rente al met al een stijging van bijna 2,9% doorgemaakt ten op zichtte van begin 2022. Wij hadden bij het opstellen van de begroting een inschatting van de rente gemaakt met een bandbreedte tussen -/- 0,2% en +0,3% voor 2022 en rekende in de begroting voorzichtigheidshalve met 1,0%. Wij hebben in 2022 geen nieuwe lange leningen aangetrokken, dus geen "last" gehad van deze forse rentestijgingen. Voor een verdere toelichting hierover verwijzen wij naar het onderdeel financiering verderop in deze paragraaf.
De inschattingen voor 2023 blijven onzeker, uitspraken van centrale bankiers lijken er wel op te duiden dat er nog meer renteverhogingen in het vat zitten, omdat de inflatie nog steeds veel te hoog is ten op zichtte van de doelstelling van de ECB. Dat dit mogelijk een recessie kan veroorzaken lijkt nu voor lief genomen te worden, daarbij is de inschatting nu dat het dan om een milde recessie zou gaan. Een hoger renteniveau eind van het jaar lijkt waarschijnlijk.
Er is een bedrag in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing voor risico's berekend, waarvan het feit dat de rente anders kan verlopen dan vooraf ingeschat, onderdeel uitmaakt, dit is geen toprisico. Uit de alinea (3.2.1.) over renterisicobeheer blijkt dat een eventuele rente stijging gedempt wordt door een grotere spreiding van de leningenportefeuille dan de wettelijk kaders voorschrijven.
Schatkistbankieren
Met betrekking tot de Wet schatkistbankieren kunnen wij melden dat er gedurende het gehele jaar geld was gestald in Rijks schatkist. Bij aanvang van het jaar stond er € 14 miljoen in Rijks schatkist. Door het goed monitoren van onze banksaldi zijn wij ruimschoots binnen de toegestane drempelwaarden van de wet gebleven. Nadat wij de geplande aflossingen op de leningen hadden gedaan, was het saldo aan het eind van het jaar € 36 miljoen. (Wij hadden geen mogelijkheden om andere leningen vervroegd af te lossen.) De belangrijkste redenen voor de toename van dit saldo in de Schatkist zijn achterblijvende investeringen, grondverkopen en het jaarrekeningresultaat. Voor de berekening van het drempelbedrag verwijzen wij u naar bijlage 4.9 Treasury.
De Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) speelt een belangrijke rol met betrekking tot de investeringsruimte (grof vertaald meer kasuitgaven dan inkomsten) voor de decentrale overheden en het Rijk. Uiteindelijk is besloten om ook voor 2022 een landelijke EMU-tekortnorm van 0,27% van het bbp voor alle gemeenten gezamenlijk te hanteren. Dit hele criterium heeft afgelopen jaar nauwelijks aandacht gevergd, gezien het positieve verloop van onze liquiditeitspositie. De norm kwam nooit in beeld. De vooraf bepaalde referentiewaarde was € 22,0 miljoen. In werkelijkheid zijn wij uitgekomen op € 63,2 miljoen.
Aangepaste regelgeving
Eind 2014 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) aangepast. De beperkingen die zijn opgelegd gaan minder ver dan bij de overige publieke entiteiten. De ratingeisen voor de mogelijke tegenpartijen zijn aangepast aan de huidige realiteit, dat willen zeggen dat er wettelijk nu een single A-rating als ondergrens geldt. Wij hanteren in ons treasurystatuut voorlopig nog een ondergrens van AA-. Vanuit spreiding in de financieringsvormen ligt de voorkeur bij nieuwe financieringen niet op de eerste plaats bij de inzet van rente-instrumenten. In de prijzen van de nieuwe leningen houden we rekening met een opslag, de zogenaamde liquiditeitstoeslag. Deze bewoog de afgelopen periode op het niveau van circa 0,15% bij een 10-jaars lening. We verwachten dat deze opslag in 2023 op ongeveer hetzelfde niveau zal liggen.
De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door ons in 2014 vastgestelde Treasurystatuut. In 2020 heeft er kleine aanpassing op het statuut plaatsgevonden, hierdoor konden operationele activiteiten eenvoudiger worden uitgevoerd. Het treasurystatuut wordt naar verwachting in 2023 geactualiseerd.