Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico's

2.1.4 Risico's

Risicobeheersing is een continu proces welke vertrekt vanuit de doelstellingen die we als gemeente op de diverse beleidsvelden nastreven. De vraag staat centraal welke risico’s het behalen van deze doelstellingen kunnen belemmeren en hoe die te beheersen óf in een kans om te zetten zijn. De beantwoording van deze vraag leidt tot een overzicht van financiële en niet- financiële risico’s met bijbehorende beheersmaatregelen. Dit overzicht actualiseren wij periodiek. Zoals afgesproken nemen we vervolgens de TOP-risico’s uit dat overzicht in deze paragraaf op. Ook in de programma's zijn deze risico's te vinden. Het gaat dan om risico’s met een groot financieel gevolg (> € 1 miljoen) en/ of met forse invloed op het imago of het halen van onze doelstellingen. De kans van optreden is => 25%. Vanwege het specifieke karakter maken we daarbij onderscheid in risico’s voor de “algemene dienst” en de risico’s die verbonden zijn aan grondexploitaties.

Overkoepelende ontwikkelingen

Naast de specifieke financiële en niet-financiële risico’s die hieronder worden beschreven en gekwantificeerd, zijn er ook meer algemene risico’s die voortkomen uit overkoepelende maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen betreffen de gestegen inflatie sinds 2022 en de deels daaraan ten grondslag liggende gestegen energieprijzen. Ook gaat het om de toegenomen schaarste van grondstoffen en krapte op de arbeidsmarkt. En tot slot betreft het de toegenomen onzekerheid met betrekking tot de grondprijzen. Deze ontwikkelingen zijn niet één-op-één als gekwantificeerde risico’s terug te vinden in onderstaande lijst met risico’s, maar ze maken wel deel uit van het geheel van de financiële positie en strategie van de gemeente. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat recent onderwerpen als prijs- en capaciteitsrisico's zijn toegevoegd als vaste aandachtspunten in de risicosessies die worden gehouden.

Zo is voor de gestegen energieprijzen in de MPB 2023-2026 een stelpost opgenomen van € 10 miljoen met een aflopend karakter in de jaren na 2023. Met deze stelpost anticiperen we op de gestegen energielasten op diverse posten, waaronder verbonden partijen en we inventariseren en monitoren de verdeling hiervan waarbij natuurlijk ook ingezet zal worden op het terugdringen van energieverbruik. Deze ontwikkeling is daarmee niet aangevlogen als risico, maar als gegeven waar een indicatief berekend bedrag voor is gereserveerd. We houden de vinger aan de pols hoe de prijzen zich verder ontwikkelen en hoe de berekende bedragen zich verhouden tot de benodigde bedragen.

Ook is de hogere inflatie verwerkt via een aanpassing van de tarieven Jeugdzorg en WMO in 2023 én is de indexatie van de subsidies algemene voorzieningen daarop aangepast. Daarmee is rekening gehouden met het effect dat de oplopende prijzen hebben voor onze partners in het maatschappelijk domein.

De gestegen prijzen kunnen ook tot gevolg hebben dat debiteuren hun rekeningen minder makkelijk kunnen betalen met mogelijk hogere oninbare vorderingen. Voor de voorziening belastingdebiteuren en de voorziening debiteuren WA (sociaal domein) is overwogen of deze verhoogd zouden moeten worden in verband met dit risico. Besloten is om dit nu niet te doen en de gehanteerde aannames en uitgangspunten in stand te houden, maar in 2023 goed te monitoren hoe deze vorderingen zich ontwikkelen.

De toegenomen schaarste van grondstoffen en de krappe arbeidsmarkt zijn ontwikkelingen die niet zozeer een financieel risico vormen als wel een risico op het niet halen van beleidsdoelen. Als de ambities groter blijken te zijn dan de mogelijkheden doordat producten en menskracht niet voldoende voorhanden zijn, zal dat immers eerder leiden tot lagere uitgaven dan tot hogere uitgaven. De uitvoeringscapaciteit, zowel intern als extern, is telkens een belangrijke wegingsfactor voor het maken van beleidskeuzes. Niettemin is de huidige krapte op de arbeidsmarkt, zowel voor onze organisatie als voor onze partners, een belangrijke niet-financiële risicofactor voor de uitvoerbaarheid van zowel nieuw als bestaand beleid. Dit meer overkoepelende risico is niet specifiek in de tabel met risico’s opgenomen.  

Voor de bouwgrondontwikkeling binnen het Grondbedrijf spelen deze overkoepelende ontwikkelingen ook een rol. In de prospectie van het Grondbedrijf wordt daarom rekening gehouden met deze ontwikkelingen (rente- en kostenstijging, geen opbrengststijging). Daarnaast wordt binnen het benodigd weerstandsvermogen rekening gehouden met diverse risico’s zoals opbrengstdaling, uitgiftevertraging, extra kostenstijging en een stijgende rente. Daarbij is het zo dat het huidig Grondbedrijf zich grotendeels in een fase van uitvoering en afronding bevindt. De te realiseren productie is (groten)deels in diverse overeenkomsten met derden vastgelegd, waarbij de feitelijke afname nog moet plaatsvinden. Voor de toekomstige grondexploitaties zal de doorrekening en het risicoprofiel in overeenstemming moeten zijn met de genoemde ontwikkelingen.

Deze pagina is gebouwd op 06/14/2023 10:43:58 met de export van 06/14/2023 10:09:21